Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook hadden [2]de overgebleven kinderen van Manasse [een lot], naar hun huisgezinnen; [te weten] de kinderen van Abiezer, en de kinderen van Helek, en de kinderen van Asriel, en de kinderen van Sechem, en de kinderen van Hefer, en de kinderen van Semida. Dit zijn de mannelijke kinderen van Manasse, den zoon van Jozef, [3]naar hun huisgezinnen. 2. Versta dit van hen, die geen erfdeel hadden ontvangen aan gene zijde der Jordaan. 3. Dat is, die hoofden waren der geslachten, die van hen afkwamen en den naam droegen.